Wat is Tai Chi Chuan? 

Tai Chi is in China een eeuwenoude bewegings- en krijgskunst waarvan iedere beweging de filosofie van yin en yang belichaamt. In China beoefenen miljoenen mensen iedere dag Tai Chi of Qi Gong om hun gezondheid te verbeteren en te onderhouden. De vorm bestaat uit langzame, vloeiende bewegingen die zonder inspanning worden uitgevoerd. Door de langzame bewegingen worden de energieblokkades in de meridianen (energiebanen) en fascia opgeheven, het stimuleert het zenuwstelsel, verbetert de bloedsomloop, versterkt spieren en pezen, vermindert spanning, kalmeert, brengt lichaam en geest tot rust en evenwicht.

Tai Chi Chuan behoord tot de innerlijke zachte kunst. Dit wil zeggen dat er gebruik wordt gemaakt van de innerlijke kracht, geen spierkracht.

Tai Chi en Qi Gong oefeningen zijn geschikt voor jong en oud, man en vrouw.

 

De letterlijke betekenis van Tai Chi Chuan is:
Tai Chi: het uiterste, meest verhevene, het absolute zuivere. 

Chuan: vuist.

De sleutelwoorden van Tai Chi zijn:
Yi: De geest en de mentale kracht.. Deze worden ontwikkeld via concentratie, meditatieve oefeningen, waakzaamheid, opmerkzaamheid.
Jin: Concentratie en loslaten van de innerlijke energie ' kracht. (Geen spierkracht)

Chi: Energie in het lichaam. Deze worden ontwikkeld via fijngevoeligheid, ademhaling en beweging, inwendige processen en Qi Gong en Nei Gong oefeningen. 


De oude Chinezen zeggen:
" Yi en Chi bepalen als een koning de spieren en gewrichten die volgen als overgevende.
Yi wordt gebuikt om Chi te sturen.
Eerst beweegt Yi en dan Jin. "


Tai chi en de ziekte van Parkinson

Chang Sanfeng

De geschiedenis

Er zijn verschillende verhalen over het ontstaan van Tai Chi Chuan en wie de grondlegger ervan was. We kunnen wel met zekerheid zeggen dat Chang San-feng, een taoïstische monnik, de grootste was in dit systeem. Hij beoefende Tai Chi Chuan in de Wudang tempel en zou tussen 1125 en 1490 geleefd hebben. Volgens sommige bronnen zou hij geboren zijn op april 1247. Nu nog wordt deze maand jaarlijks herdacht door mensen die Tai Chi beoefenen aan de hand van demonstraties, eten en dranken. Deze dag is op de laatste zaterdag van april.

In sommige geschriften wordt hij voornamelijk afgebeeld als een strijder voor gerechtigheid en in andere geschriften als een krijger die een Chinees tweesnijdend zwaard hanteert. Een monnik die zijn hele leven wijdde aan het beoefenen van het taoïsme in het Wudang-gebergte. Hij leerde min of meer de leer van Tai Chi in zijn slaap, dromend van de grote heerser. Volgens andere legendes ontving hij de hele leer als een geschenk van God voor de mensheid. Hoe het ook zij, de legendes vertellen ons hoeveel de Chinezen deze leer waarderen. Zhang Sanfeng creëerde een set genaamd 13 Technieken of 108 Bewegingen. In het Wudang-klooster, gesticht door Zhang Sanfeng, werden interne krijgskunsten ontwikkeld, waaronder het beheersen van de tegenstander met kalmte.


Tai Chi Chuan werd vastgelegd op officiële geschriften in de tijd van Generaal Chen Wang-ting in het dorpje Chenjiagou. Er zijn twee breed gedocumenteerde theorieën over Chen’s vechtkunstwerk. De eerste theorie -  zijn leraar was Wang Zongyue, één van de grote legendarische meester van Tai Chi Chuan. Wang Zong-yue zou een leerling geweest zijn van Chang Sung-chi, een grootmeester van de innerlijke krijgskunst uit het Wudang gebergte. De tweede theorie - degene die door de Chen-familie is aanvaard en wordt ondersteund door historisch bewijs is dat hij zijn eerdere militaire ervaring en de theorieën van Meridianen en Daoyin combineerde met de populaire leer van Qi Jiguang . In 1644 onderwijst Chen Wang-ting Tai Chi Chuan. Zijn stijl werd alleen doorgegeven aan leden van de Chen familie.


Generaal Chen Wang-ting

Chen Chang-xing 

In 1771-1853 was er een zeer beroemde Tai Chi expert Chen Chang-xing uit Henan. Buiten zijn familie leerde hij slechts twee mensen Tai Chi Chuan, Li Bo-kui en Yang Lu-chan (1799-1872) de grondlegger van de Yang Tai Chi Chuan. Yang Lu-chan had al een achtergrond in vechtsporten en leerde al een harde boks stijl van een oudere bokser genaamd Shao-Lin. 

Er is veel onenigheid over welke stijl van krijgskunst Yang Lu-chan uiteindelijk leerde van Chen Chang-xing. Sommige stromingen suggereren dat Chen Changxing, die een zeer bekwame meester was, ook een andere Tai Chi stijl beoefende en deze onderwees aan Yang Lu-Chan. Deze stijl maakte geen deel uit van de Chen familie. Direct of indirect werd deze stijl doorgegeven aan Chen Chang-xing door een Tai Chi-Meester die bekend staat als Jiang Fa. Sommige andere stromingen suggereren dat Chen Changxing twee of meer van de traditionele Chen Family-routines in zijn eigen stijl heeft herwerkt en deze vervolgens aan Yang Lu-chan onderwees. Beide scholen leggen met succes uit waarom de Tai Chi die de nakomelingen van Yang Lu-chan nu beoefenen wezenlijk verschilt van de moderne Chen-routines, maar geen van beide theorieën kan volledig worden onderbouwd en er blijft dus veel controverse bestaan. 


Yang Lu-chan (Yeung Lou-sim - Yang Fu-kui) geboren in de provincie Hebei (Ho-Pei) in China. Hij was de grondlegger van onze klassieke Yang familie Tai Chi Chuan, “Lao Jia” (Oude Kader). Toen Yang Lu-chan deze stijl van Chen Changxing bemeesterde, trok hij zich terug naar zijn geboortedorp Yongnian in de provincie Hebei in Noord China. Hij verspreide Yang Tai Chi Chuan en had vele leerlingen. Ook gaf hij les aan het keizerlijk hof (Qing-Dynastie). Yang’s Tai Chi werd heel bekend. Hij was ook zeer geboeid om

andere boksers te ontmoeten om zo hun bekwaamheid te testen. Al zag Yang Lu-chan er niet uit als een bokser, toch wierp hij zijn tegenstanders die soms tweemaal zo zwaar waren ver van zich af. Nooit heeft hij zijn tegenstander zwaar verwond. Omdat hij nooit verloor en geen rivaal had, noemde men hem Wu Ti (geen vijand, geen rivaal).

 

Yang Lu-chan had drie zonen: De oudste Yang-Qi, stierf als kind, de tweede zoon Yang Ban-hou (1837-1892) en de derde zoon was Yang Jian-hou (1839-1917).


Yang Luchan (1799-1872) 

Eerste generatie Klassieke Yang Familie Tai Chi Chuan

Yang Banhou (1837-1892)

Tweede generatie Klassieke Yang Familie Tai Chi Chuan

De tweede zoon van Yang Lu-Chan, Yang Ban-hou ( Yeung Yu) had een zeer hoog niveau in Tai Chi Chuan, bijna gelijk aan zijn vader. Hij paste de vorm “Lao Jia” (Oude Frame) van zijn vader Yang Lu-chang aan naar ” Xiao Jia” (Klein Frame) en hield ervan om zijn innerlijke krachten te testen, maar hij gaf niet graag les. Zijn beste leerling was Yang Shao-hou, zijn neef. 

Yang Ban-hou gaf zijn stijl ook door aan een inwoner van Mantsjoerije, Wu Quan-you (1834-1902), deze werd zijn Discipel. Wu Quan-you gaf les aan zijn zoon Wu Jian-quan (1870-1942), waardoor dan de Wu-stijl is ontstaan.


Yang Ban-hou had een dochter en een zoon genaamd Yang Zhao Peng (1872-1930). 


Wu Jianquan (1870-19) - Wu Tai Chi Chuan


De derde zoon van Yang Lu-chan, Yang Jian-hou (Yeung Kin-hou) had vele studenten. Hij paste de vorm “Lao Jia” (Oude Frame) van zijn vader Yang Lu-chang aan naar “Jhong Jia” (Medium Frame). Omdat deze “Lao Jia” (Oude Frame) niet toegankelijk genoeg was voor de meeste leerlingen, met al zijn explosieve bewegingen en afwisselingen tussen snelle en langzame bewegingen.

Met zijn bekwaamheid en harmonie van hardheid en zachtheid bereikte hij na verloop van tijd een zeer hoog niveau. De twee zonen van Yang Lu-chang hadden het niet zo gemakkelijk met hun vader. Zij moesten van hem iedere dag oefenen zonder onderbreking en werden uitgescholden. Hierdoor wilde de twee zonen regelmatig weglopen van het ouderlijk huis.


Yang Jian-hou had drie zonen: Yang Shao-hou (1862-1930) die de oudste was. De tweede Yang Zhaoyuan stierf op jonge leeftijd en derde zoon Yang Cheng-fu (1883-1936).


Yang Jianhou    (1839-1917)

Tweede generatie Klassieke Yang Familie Tai Chi Chuan

Yang Shaohou  (1862-1930) Derde generatie Klassieke Yang Familie Tai Chi Chuan

De oudste zoon van Yang Jian-hou, Yang Shao-hou (Yeung Zhao-xiong, Yang Meng-xiang) was een beroemde Tai Chi meester net zoals zijn oom Yang Ban-hou, waar hij het meeste van heeft leerde. Hij hield ervan om als eerste aan te vallen. Zijn stijl was klein maar krachtig en zijn acties waren snel. Doordat zijn lessen te agressief waren, had hij zeer weinig leerlingen.



De derde zoon van Yang Jian-hou, Yang Cheng-fu (Yeung Ching Po - Yang Zhao Qing) had een zeer zacht en goedaardig karakter. Als kind gaf hij niet zoveel om Tai Chi Chuan. Hij vond het niet waard om een vijand te zijn van iemand. Maar besefte wel dat Tai Chi Chuan het lichaam gezond hield. Na verloop van tijd toen hij de waarde van Tai Chi Chuan begreep, studeerde hij iedere dag. Het niveau dat Yang Cheng-fu wilde bereiken was zacht aan de buiten kant en ijzersterk aan de binnen kant van het lichaam. Na de dood van zijn vader heeft hij veel aan zelfstudie gedaan. Zijn groot voorbeeld geeft ons de moed, om onszelf te ontwikkelen en dingen aan te leren. Dit is natuurlijk alleen maar mogelijk, als we de principes en de theorie van Tai Chi Chuan begrijpen en kunnen toepassen met veel inzet van onszelf. Yang Cheng-fu veranderde later de Yang stijl zo, dat de bewegingen vloeiend, rond, gemakkelijk, zacht, licht en evenwichtig waren. Hij standaardiseert de solovorm ontwikkeld van zijn vader, bekend als " Jhong Jia " (Medium Frame) in de "Da Jia" (Groot Frame) van Tai Chi Chuan. De energie is rustig en de bewegingen zijn rond. Om de beweging en ademhaling natuurlijk te maken legt de Yang stijl de nadruk op het laten zinken van het dantianpunt (Qi-chen, drie vingers onder de navel iets naar binnen in de buik). In zijn school had Yang  Cheng-fu vele jonge talenten.

Rond 1930 ging hij naar Zuid China met zijn oudste zoon Yang Sau-chung om les te geven en Yang Tai Chi zoveel mogelijk te verspreiden. Yang Cheng-fu zijn tweede vrouw bleef thuis met hun 3 andere zonen, die toen nog zeer jong waren 8, 4 en 2 jaar in de provincie Hebei.

 

Deze Yang vorm “Da Jia” (Groot Frame) is uiteindelijk de meest populaire vorm geworden over heel de wereld van de hedendaagse Tai Chi Chuan.

Yang Chengfu  (1883-1936) - Derde generatie Klassieke Yang Familie Tai Chi Chuan

Yang Chengfu  (1883-1936)


Yang Cheng-fu had vier zonen: Yang Sau-chung (1910-1985), de oudste zoon. Hij was een docent Tai Chi Chuan in Hong Kong tot aan zijn dood. Yang Zhen-ji (1921-2007), de tweede zoon, was voorzitter van de Handan Wushu Association. Yang Zhen-dou (1926), de derde zoon. Hij is Tai Chi Chuan docent in Tai Yuan City, provincie Shanzi, China. Yang Zhen-guo (1928), de vierde zoon. Hij woont in de provincie Hebei, in de stad Handan, en heeft jarenlang voor zijn moeder gezorgd.

 

Discipels en bekende leerlingen van Yang Cheng-fu:

Yang Sau Chung (1910-1985), oudste zoon van Yang Cheng-fu

Yang Zhao Peng (1872-1930), zoon van Yang Ban-hou

Chen Weiming (1881-1958)

Dong Yingjie (1897-1961, Tung Ying-chieh)

Zhang Qinlin (1888-1967)

Chu Guiting (1892-1977)

Cheng Man-chʻing (1901-1975)

Fu Zhongwen (1903-1994)

Hu Yuen-chou (1903-1997)


Yang Sau Chung (Yeung Shou-zhong - Yang Zhen-ming) de oudste zoon van Yang Cheng-fu uit zijn eerste huwelijk. Hij begon Tai Chi te studeren toen hij 8 jaar was, onder supervisie van zijn vader. Op 14 jarige leeftijd had hij de Tai Chi Chuan-energieën begrepen en was hij grondig bedreven in de technieken van de sabel, het zwaard en de speer en was hij de assistent geworden van zijn vader. Yang Sau Chung ging met zijn vader op 19-jarige leeftijd naar de provincie Anhui en gaf later Tai Chi-les in Nanjing. Daarna reisde hij met zijn vader door de provincies Zhejiang, Fujian en Guangdong en gaf lessen aan overheidsfunctionarissen in heel China. In 1949 ontsnapte hij aan de Chinese Communisten en vestigde zich in Hong Kong. Yang Sau Chung onderwees ook een krijgshaftige vorm die 59 standen had en aanzienlijk dynamischer was. Deze staat tegenwoordig bekend als de "Fast Form". Zijn vader Yang Cheng-fu en zijn dochters Yang Ma Lee gaven deze ook alleen door aan geselecteerde leerlingen, Discipels.

 

Yang Sau Chung had ooit verklaard dat de "Da Jia" (Groot Kader), zoals deze gewijzigd was door zijn vader veel te ontspannen was, waardoor deze studenten niet konden leren, hoe ze de Tai Chi kracht effectief moesten gebruiken. Hij en zijn dochter gaven alleen nog de “Jhong Jia” (Medium Kader) aan hun studenten.

 

Yang Sau Chung gaf veel privélessen tot aan zijn dood in 1985.

 

Discipels van Yang Sau Chung: Zijn eerste was Ip Tai Tak in1958. Zijn tweede discipel Gin Soon Chu in 1977, geeft sinds 1969 les in Tai Chi Chuan in Boston, Massachusetts. Zijn derde discipel Chu King Hung in 1983, geeft les in Tai Chi Chuan in Engeland en Europa.

 

Yang Sau Chung had drie dochters van zijn tweede vrouw: Yeung Tai Yee (1950), Yeung Ma Lee (1952) en Yeung Yee Li (1958), die in Hong Kong wonen en hun familiekunst van Tai Chi Chuan voortzetten.  

Yang Sau Chung      (1910-1985)

Vierde generatie Klassieke Yang Familie Tai Chi Chuan

Yang Sau Chung en Yang Ma Lee (tweede dochter)

Yang Sau Chung en Ip Tai Tak (eerste discipel)


Yang Sau Chung en Ip Tai Tak (eerste discipel)


De originele Yang familienaam is eigenlijk Yeung, maar was minder bekend

Het filmpje van Yang Sau Chung uit 1976, “Jhong Jia” (Medium Frame), naar verluid door zijn dochter gefilmd met een 16mm camera.

Vijfde generatie Klassieke Yang Familie Tai Chi Chuan 

Gin Soon Chu begon zijn studie Tai Chi Chuan bij Lai Hok Soon, een leerling van Yang Sau-Chung, in Hong Kong in 1956. Na het overlijden van Lai in 1964 erfde hij de school. Echter, in zijn verlangen naar meer geavanceerde training, droeg Gin Soon Chu de school over aan zijn klasgenoten en werd hij een leerling van de beroemde Yang Sau Chung, de wereldleider van de Yang-school. 

Gin Soon Chu werd in 1977 als discipel aanvaard door Yang Sau Chung en verantwoordelijk gesteld voor het in stand houden en verspreiden van de Yang-familietraditie in heel Noord-Amerika.

 

Vincent Chu en Gordon Chu werden beiden Tai Chi-meesters onder de nauwe begeleiding van hun vader. 

 

Discipels van Gin Soon Chu: Zijn eerste was John Conroy in 1988, hij heeft in Rhode Island een Tai Chi School. Zijn tweede H. Won Gim in 1997, hij heeft in New York een Tai Chi School.

 

Gin Soon Chu had 3 zonen: Kwok Shing, Kwok Wing (Vincent Chu) en Kwok Chung (Gordon Chu)


Dit zijn de 4 Frames die de klassieke Yang Familie ontwikkeld hebben:

 

“Lao Jia” (Old Frame): Door Yang Lu-chan

”Xiao Jia” (Small Frame/Snake form): Door de tweede zoon van Yang Lu-chan, Yang Ban-hou

“Jhong Jia” (Medium Frame/Tiger form): Door de derde zoon van Yang Lu-chan, Yang Jian-hou

"Da Jia" (Big frame/Crane form): Door de derde zoon van Yang Jian-hou, Yang Cheng-fu